Trilogie zomervakantie 2018

Ik lees graag en veel over onderwijsontwikkelingen zowel in meer algemene zin als gerelateerd aan mijn vak Biologie. De zomervakantie is bij uitstek een moment om eens lekker wat kilometers te maken. Dit is wat ik las.

Het lezen van het boek Darwin in de stad van Menno Schilthuizen laat met vele verschillende en uitgebreide voorbeelden zien hoe de mens als ecosysteem ingenieur een enorme invloed heeft op de Human Induced Rapid Evolutionary Change (HIREC). In de steden wordt het tempo van evolutie bepaald door de ecologische mogelijkheden die geschapen worden door menselijke sociale interacties. Hoe groter steden worden, hoe intensiever de interacties, des te sneller het milieu zal veranderen. Soorten moeten dan wel snel mee evolueren anders sterven ze uit. Anderzijds zien we steeds meer dat de ecosystemen van de verschillende metropolen op aarde verder convergeren en de diversiteit afneemt.

Het boek Oermens 2.0 van Mikkel Hofstee sluit prachtig aan bij de evolutionaire processen van Schilthuizen. Mikkel deelt zijn ervaring vanuit zijn bedrijf Lifeguard wat betreft de invloed op onze vitaliteit om met onze “oude genen” alle verleidingen te weerstaan om te overleven in de huidige “nieuwe tijden”. De generatietijd van de menselijke soort ligt rond de 25 jaar en dat is gewoon te lang om ons goed te kunnen aanpassen aan onze veel sneller veranderende omgeving. Het proces van evolutie en adaptatie verloopt niet in gelijke pas de ontwikkeling van onze habitat, stelt Mikkel, waardoor de soort mens moet zien te overleven in een omgeving waar hij – genetisch gezien – niet goed op toegerust is.

Dat is meteen een mooie overgang naar het laatste boek dat ik deze vakantie las De terugkeer van het lesgeven van Gert Biesta waarin hij aangeeft dat het onderwijs niet uitsluitend over scholing gaat maar de centrale opdracht van onderwijs en opvoeding (veel) breder formuleert als die van het wekken van een verlangen in een ander mens om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn, dat wil zeggen als subject. De leraar is de persoon die bij de leerlingen een dergelijk verlangen kan proberen op te wekken.

Helaas komt het voor dat politici en beleidsmakers tegenwoordig nogal eens teveel van leraren verwachten. Met name ten aanzien van wat wordt beschreven als de ‘productie’ van ‘leeropbrengsten’, waarmee het onderwijs, de leraren en de leerlingen ernstig tekort worden gedaan.

In de dialoog het afgelopen jaar over onderwijs wordt een steeds sterker polariserende discussie gevoerd. Er wordt gezegd dat ‘traditioneel’ onderwijs – dat wil zeggen een vorm van onderwijs waarbij de leraar spreekt en de leerlingen worden geacht te luisteren en passief informatie in zich op te nemen – slecht en achterhaald is, en dat onderwijs gericht op het faciliteren van het leren van de leerlingen (ofwel individueel, ofwel via processen van dialoog) moderner en wenselijker is, en als de toekomst voor het onderwijs moet worden gezien.

Een mogelijke derde optie, waarin we proberen ons begrip van lesgeven en de leraar langs progressieve lijn te reconstrueren wordt door Biesta voorzichtig verkend waarbij de ideeën die hij in zijn boek naar voren brengt, niet zozeer bedoeld zijn als ideeën om over na te denken – en het er al dan niet mee eens te zijn-, maar misschien allereerst als ideeën om mee te denken.

Ik heb heel veel zin om na deze heerlijke (lees)vakantie – ook dat – te gaan doen in mijn nieuwe functie bij het ministerie van OCW, directie VO, afdeling kwaliteit en professionalisering waar ik mij mag gaan buigen over – onder andere – het lerarenbeleid.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *